Ik kon er echt niets aan doen, maar op een goede ochtend tijdens het wakker worden drong als vanzelf het beeld in me op waarin ik de complete ministerraad als kinderen zag die aan het knutselen waren: het knutselkabinet. Zo zag ik de een bezig met een houten vormenpuzzel die eindeloos probeerde een paard te drukken op een plek waar een koe moest staan. Weer een ander was driftig bezig op een hamerbank en sloeg de houten pennen naar beneden om vervolgens de hamerbank om te draaien en de pennen weer terug te slaan. Ik zag ook een kind dat z’n uiterste best deed om binnen de lijntjes te kleuren en een kind dat met blokken in de weer was en perse een zo hoog mogelijke toren wilde bouwen. Maar wat het ook probeerde, het lukte niet. Het bleef maar een torentje.
Dit komische, karikaturale beeld werkte heel bevrijdend. Mijn boosheid verdween. Had ik me tot dan toe behoorlijk geërgerd aan de kortzichtigheid van de beleidsmakers, nu viel ’t allemaal van me af. Ik kón hen gewoon niet meer serieus nemen. Maar belangrijker nog: doordat ik mijn aandacht en energie aan hen onttrok, voelde ik me een stuk schoner van binnen. Door mijn energie weer te richten op mijn eigen hart en welzijn, gaf ik mezelf terug aan mijn Zelf. Laat hen maar knutselen, ging door mij heen. Ik kies ervoor om in mijn eigen energieveld van licht te verblijven.
In mijn opiniestuk van 29 mei “Om gezondheidsredenen, meneer” gaf ik al aan hoe ik met de mondkapjesplicht omging. Dezelfde houding had ik ook ten aanzien van de avondklok, het knuffelen van mijn dierbaren en het in mijn huis binnenlaten van meerdere personen. Het was voor mij zo helder als kristal en in elke cel voelbaar: hier gáán jullie niet over! Hier hebben jullie niets mee van doen!
Reinhart