Opinie: Mijn collega roept mij dikwijls toe dat ik ‘niet zoveel moet nadenken’. Ik weet dat hij het niet vervelend bedoelt en dat hij mij natúúrlijk veel liever ziet als de immer goedlachse en positief ingestelde collega, maar dit soort opmerkingen gaan bij mij door merg en been. Ze vallen in de categorie ‘positief blijven joh’ en ‘maak je nou niet zo druk’. Zeg nu zelf: deze ‘bemoedigende’ imperatieven laten je toch niet pardoes al je zorgen vergeten? En waarom zou je veel nadenken automatisch als een duivelse kwelling moeten ervaren, eentje die zo snel mogelijk bezworen moet worden met sex, drugs en rock & roll? Of vooruit, met een aflevering van ‘Wie Is De Mol’?
Er lijkt een taboe te rusten op negatieve emoties of any kind. De standaard begroeting ‘hoe istie dan joh, alles goed?’ roept bij mij bijvoorbeeld vaak al onmiddellijk een stressreactie op. Ik kan het echt niet over mijn hart verkrijgen om er een joviale ‘prima, dru-huk’ uit te persen, puur en alleen om de ander gerust te stellen. Men schrikt van niet-ingecalculeerde reacties zoals ‘het gaat volkomen kaa uu tee’, maar ik heb gewoon écht een broertje dood aan het opvoeren van sociaal wenselijke toneelstukjes. Niet alleen vind ik het woordje ‘alles’ volslagen idioot, maar ik val vooral over het feit dat er geen oprecht antwoord verwacht wordt. In alle eerlijkheid; het hele koetjes en kalfjes gebeuren heb ik me eigenlijk nooit echt eigen kunnen én willen maken.
‘We moeten er maar het beste van maken’ is voor veel mensen dé reactie op daadwerkelijk alle genomen maatregelen tijdens de huidige crisis. De praktische oplossingen onder het mom van ‘kijken naar wat wél kan’ lijken grenzeloos. Vooral niet denken, maar doen. Digitale borrels, virtuele concerten, modieuze mondkapjes; hoezo, ik kom iets tekort? Het kán toch gewoon? En die avondklok, wat stelt die nu helemaal voor. Je kwam toch al niet buiten ‘s avonds. Lekker op de bank met je natje, je droogje en je ‘Wie Is De Molletje’. Het is wat het is, jongens.
Confrontaties, het zijn net virussen. Eng, vies, weg ermee. We verstoppen ons in onze huizen, dáár zijn we veilig met Netflix en onze blue pill. Ik denk niet, dus ik ben ook niet. Filosoof Descartes zou meewarig zijn hoofd schudden en schrijfster Marie von Ebner-Eschenbach zei ooit: ‘Tevreden slaven zijn de verbitterdste vijanden van de vrijheid’.