Raymond Brood (1959) is nummer twee op de lijst van 50Plus. Hij studeerde rechten aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Zijn jongere broer Philippe zat vanaf 1998 kort in de Tweede Kamer voor de VVD, maar overleed twee jaar later. Hij inspireerde Brood om ook de politiek in te gaan, voor de VVD in Heemstede. Eind 2019 is hij gevraagd of hij lid wilde worden van 50PLUS.
Sinds 1982 werkte Brood zeventien jaar in de financiële wereld, vooral in het vermogensbeheer voor pensioenfondsen. Hij deed veel kennis op over het zorgstelsel en problemen in de arbeidsmarkt in andere landen. Brood heeft gewerkt bij Nederlandse bedrijven als ABN AEGON, MeesPierson en Fortis en ook voor grote buitenlandse consultancy organisatie als Mercer en Willis. Ruim 40 jaar ervaring in pensioenen, financiën, zorg, arbeidsongeschiktheid en arbeidsmarktvraagstukken breng hij mee voor 50Plus. In 2017 richtte hij met een aantal partners Workmetrics opgericht. Dit bedrijf verstrekt data-driven analyses van de arbeidsmarkt en van de behoefte van specifieke groepen werknemers.
Duurzaamheid en denken aan de toekomst voor ouderen is zijn devies. In 2012 schreef hij voor het World Economic Forum een hoofdstuk in een rapport over de waarde van de oudere werknemer. De partij 50PLUS steunt verder de Duurzame Ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties voor 2030, ten aanzien van milieu en duurzaamheid, zo meldt de website van de partij.
Voor 50Plus wil Brood zich inzetten voor betere bescherming van de oudere werknemer, zodat opbouw van pensioen niet in gevaar komt. Hij wil het voor werkgevers aantrekkelijker maken om oudere werknemers aan te nemen. Een ander thema dat Brood belangrijk vindt is de huisvesting van senioren. Doorstroom is lastig door tekort aan gezinswoningen. Hij wil zorgen dat op gemeentelijk niveau niet alleen over sociale woningbouw gepraat wordt maar dat men specifieert wat gebouwd woordt voor wie, jong of oud. Hij is sinds 2019 initiatiefnemer van Vrij in Verbondenheid, mede als gevolg van zijn betrokkenheid als regent van hofjeswoningen. Volgens hem ‘leert de ervaring dat leven in woongemeenschappen de lacune vult tussen volledig zelfstandig wonen en het wonen in een verpleeghuis. Tevens is de zorg dan goedkoper, omdat mensen meer naar elkaar omkijken…”. Hij zoekt naar het meest ideale manier van wonen voor de oudere doelgroep.